Koh Lipe, Kuala Lumpur

De boottocht door de mangrovebossen die we op Langkawi gemaakt hebben was een succes.
Wat een prachtige natuur; erg mooi om die mangrovebossen te zien inclusief alle daar levende dieren, daarna een stukje de zee op en vervolgens aangelegd bij een verlaten strandje waar we nog heerlijk gezwommen hebben.
Onderweg hebben we ook nog lekker gegeten in een drijvend vissersdorpje dat in een van de vele kreekjes gelegen was, deze vissers leven hier in deze mangrovebossen in hun drijvende huisjes.
De dag erop zijn we naar Koh Lipe vertrokken, zoals gewoonlijk hier was het chaos troef bij het inchecken op de ferry maar zoiets komt toch altijd weer op zijn pootjes terecht.
Koh Lipe is een eilandje dat bij Thailand hoort en is redelijk klein te noemen, er rijden dan ook geen auto’s,en je loopt in een uurtje of twee het eiland rond: zeg maar het Vlieland van Thailand.
Een pier voor de ferry is er niet dus moet je vanaf de ferry overstappen op een van de longtailboats van de plaatselijke bevolking die je dan, inclusief de bagage, naar de kant brengen.
Dan wordt het uit de boot zien te klauteren en de laatste meters door het water waden om op het strand te komen, vervolgens krijg je nog de chaos bij de Thaise douane (je komt tenslotte vanuit Maleisie aan) en dan ben je eindelijk op Koh Lipe.
En dan kun je eerst een blikje cliches opentrekken: wuivende palmen, azuurblauwe zee, kristalhelder water, parelwitte stranden, tropisch paradijs, enz., enz..
Dit is wel een erg mooi eilandje, de eerste dag hebben we het eiland rondgelopen en overal kun je zo vanaf het strand de zee in om te zwemmen en daarna onder een palmboom wat uitrusten, dit is de ultieme bounty-bestemming.
’s Avonds is het hier ook reuze gezellig; er zijn talloze restaurantjes en barretjes (alles uiteraard buiten) en we hebben het ons hier dan ook goed laten smaken.
De tweede dag hebben we een snorkeltocht gemaakt: op een uur varen vanaf het eiland hebben we een viertal snorkelplekken bezocht, ontzettend mooi al die koraal (zowel harde als zachte koraal) en natuurlijk ontbraken ook de mooie tropische vissen niet. Altijd leuk om tussen al die vissen te zwemmen, ze zwemmen heel nieuwsgierig om je heen en zijn totaal niet bang of schuw.
Maar ja aan alles komt een einde, dus moesten we weer met de ferry (een speedboot met 4 levensgrote buitenboordmotoren) terug naar Langkawi en vervolgens met een binnenlandse vlucht door naar Kuala Lumpur, onze laatste stop.
Het hotel is ook hier weer super de luxe, vlak bij de Petronas Towers, een enorme kamer met een enorm groot kingsize bed. Ik schat dat het bed 2,5 x 2,5 meter is, dat wil zeggen zo’n dikke 6 vierkante meter speelveld, alleen jammer dat we zo moe zijn van de reis (en al een eind in de zestig).
De eerste dag in Kuala Lumpur hebben we de Batu Caves bezocht, een Hindoe tempel gelegen in een grote grot. Om die grot te bereiken moet je 272 treden op (en dat alles bij een temperatuur van 35 graden) en dan komt de verrassing; loop je de grot door moet je nog eens 50 treden op om bij de tempel te komen. Mooi om te zien maar de Boedha grottempels die we in Ipoh bezocht hebben waren mooier.
De laatste dag in Kuala Lumpur hebben we besteed aan wat sightseeing in de stad zelf: de Chinese wijk (leuke sfeer), het Merdeka Square met mooie oude gebouwen met zowaar een textielmuseum (concurrent van Tilburg)en de Sentral Market.Hier heeft Conny nog flink gewinkeld en ons laatste geld achtergelaten dus van armoe hebben we de laatste paar uur van de middag nog aan het hotelzwembad gelegen totdat er een fikse tropische regenbui ons naar binnen dreef (eerste regen tijdens onze vakantie).
Morgen moeten we al om 05.45 uur op dus dat wordt een lange en vermoeiende dag en morgenavond 20.30 staan we weer op Schiphol.
Heel veel groetjes van PC en tot ziens in Teteringen